Vertaling van uiterlijk

Inhoud:

Nederlands

uiterlijk, aanschijn [o], buitenkant [m], aanblik [m] {zn.}

uiterlijk
aanschijn [o]
buitenkant [m]
aanblik [m] {zn.}

Mary is geobsedeerd door haar uiterlijk.

Qua uiterlijk lijkt Dick op zijn moeder.

naar het uiterlijk, uiterlijk {bw.}

naar het uiterlijk
uiterlijk {bw.}

buiten-, extern, uiterlijk, uitwendig {bn.}

buiten-
extern
uiterlijk
uitwendig {bn.}

buiten, daarbuiten, uiterlijk {bw.}

buiten
daarbuiten
uiterlijk {bw.}

op zijn hoogst, uiterlijk

op zijn hoogst
uiterlijk

voorkomen, uiterlijk, schijn, aanzien [o], verschijning [v], vóórkomen, air [o], aanblik [m] {zn.}

voorkomen
uiterlijk
schijn
aanzien [o]
verschijning [v]
vóórkomen
air [o]
aanblik [m] {zn.}

Het uiterlijk is onbetrouwbaar", "Schijn bedriegt

Zijn plotselinge verschijning verraste me.

op zijn laatst, uiterlijk {bw.}

op zijn laatst
uiterlijk {bw.}

op zijn laatst, uiterlijk

op zijn laatst
uiterlijk

gezicht [o], uiterlijk, uitzicht, gelaatsuitdrukking [v], air [o] {zn.}

gezicht [o]
uiterlijk
uitzicht
gelaatsuitdrukking [v]
air [o] {zn.}

Je gezicht is bleek.

Was je gezicht.

voorkomen, uiterlijk, vóórkomen, gedaante [v] {zn.}

voorkomen
uiterlijk
vóórkomen
gedaante [v] {zn.}

Voorkomen is beter dan genezen.

Beoordeel iemand niet op zijn uiterlijk.

Nederlands

Mary is geobsedeerd door haar uiterlijk.

Qua uiterlijk lijkt Dick op zijn moeder.

Beoordeel iemand niet op zijn uiterlijk.

Het uiterlijk is onbetrouwbaar", "Schijn bedriegt

Zijn uiterlijk is zo veranderd, dat je hem misschien wel niet herkent.