Vertaling van controleren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
controleren, nakijken, toezien, surveilleren, checken, aflezen {ww.}
controleren
nakijken
toezien
surveilleren
checken
aflezen {ww.}

ik lees af
jij leest af
hij/zij/het leest af

ik controleer
jij controleert
hij/zij/het controleert
» meer vervoegingen van controleren

Jij moet je hoofd laten nakijken.
Jij moet je hoofd laten nakijken.
Je moet je ogen laten controleren.
Je moet je ogen laten controleren.
controleren, nakijken, nazien, nalopen, nagaan, natrekken, checken {ww.}
controleren
nakijken
nazien
nalopen
nagaan
natrekken
checken {ww.}

ik check
jij checkt
hij/zij/het checkt

ik controleer
jij controleert
hij/zij/het controleert
» meer vervoegingen van controleren

Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.
Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.
Je moet het niveau van de koelvloeistof in de motor regelmatig controleren.
Je moet het niveau van de koelvloeistof in de motor regelmatig controleren.
controleren, beheersen, overheersen, heersen, prevaleren, domineren {ww.}
controleren
beheersen
overheersen
heersen
prevaleren
domineren {ww.}

ik beheers
jij beheerst
hij/zij/het beheerst

ik controleer
jij controleert
hij/zij/het controleert
» meer vervoegingen van controleren

Engels beheersen is moeilijk.
Engels beheersen is moeilijk.
Bob kon zijn woede niet beheersen.
Bob kon zijn woede niet beheersen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Je moet je ogen laten controleren.

Je moet je ogen laten controleren.

Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.

Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.

Je moet het niveau van de koelvloeistof in de motor regelmatig controleren.

Je moet het niveau van de koelvloeistof in de motor regelmatig controleren.


Gerelateerd aan controleren

nakijken - toezien - surveilleren - checken - aflezen - nazien - nalopen - nagaan - natrekken - beheersen - overheersen - heersen - prevaleren - dominerenonderzoeken - passen - zijn