Vertaling van eerder
eerder
vroeger {bw.}
eerder
indertijd
vooraan
voorheen
vroeger
weleer {bw.}
eerder
vorig {bn.}
Voorbeelden in zinsverband
Waarom kom je niet eerder?
Waarom kom je niet eerder?
Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet?
Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet?
Mijn moeder staat eerder op dan ik.
Mijn moeder staat eerder op dan ik.
Mijn kennis van Japans is eerder zwak.
Mijn kennis van Japans is eerder zwak.
Doe het opnieuw, net zoals eerder.
Doe het opnieuw, net zoals eerder.
Je had het me eerder moeten laten weten.
Je had het me eerder moeten laten weten.
Alleen genieters fietsen en komen altijd eerder aan.
Alleen genieters fietsen en komen altijd eerder aan.
Ze antwoordde dat ze de man nooit eerder gezien had.
Ze antwoordde dat ze de man nooit eerder gezien had.
Kinderen doen eerder hun vrienden dan hun ouders na.
Kinderen doen eerder hun vrienden dan hun ouders na.
Ik had nog nooit eerder van Lviv gehoord.
Ik had nog nooit eerder van Lviv gehoord.
Dat is allemaal al eens eerder gebeurd, en het zal opnieuw gebeuren.
Dat is allemaal al eens eerder gebeurd, en het zal opnieuw gebeuren.
Ik maak verre reizen, zie vreemde landen, doe dingen die ik nooit eerder deed.
Ik maak verre reizen, zie vreemde landen, doe dingen die ik nooit eerder deed.
Ik herkende de leerkracht onmiddellijk, want ik had hem al eerder ontmoet.
Ik herkende de leerkracht onmiddellijk, want ik had hem al eerder ontmoet.
Ik ben er zeker van dat ik hem al eerder gezien heb.
Ik ben er zeker van dat ik hem al eerder gezien heb.