Vertaling van geuren
ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt
ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt
» meer vervoegingen van geuren
lekker ruiken {ww.}
ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt
ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt
» meer vervoegingen van geuren
geuren
rieken {ww.}
ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt
ik ruik
jij ruikt
hij/zij/het ruikt
» meer vervoegingen van ruiken
geuren
rieken {ww.}
ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt
ik ruik
jij ruikt
hij/zij/het ruikt
» meer vervoegingen van ruiken
geur
reuk
odeur
geurtje {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.
Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.
"Wilt u een pak kopen?" vroeg de verkoopster aan Dima, die de geuren van de nacht ervoor met zich meebracht toen hij door de deur liep.
"Wilt u een pak kopen?" vroeg de verkoopster aan Dima, die de geuren van de nacht ervoor met zich meebracht toen hij door de deur liep.