Vertaling van geuren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
geuren {ww.}
geuren {ww.}

ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt

ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt
» meer vervoegingen van geuren

Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.
Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.
"Wilt u een pak kopen?" vroeg de verkoopster aan Dima, die de geuren van de nacht ervoor met zich meebracht toen hij door de deur liep.
"Wilt u een pak kopen?" vroeg de verkoopster aan Dima, die de geuren van de nacht ervoor met zich meebracht toen hij door de deur liep.
geuren, lekker ruiken {ww.}
geuren
lekker ruiken {ww.}

ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt

ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt
» meer vervoegingen van geuren

ruiken, geuren, rieken {ww.}
ruiken
geuren
rieken {ww.}

ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt

ik ruik
jij ruikt
hij/zij/het ruikt
» meer vervoegingen van ruiken

Lelies ruiken zoet.
Lelies ruiken zoet.
Zijn kleren ruiken altijd slecht.
Zijn kleren ruiken altijd slecht.
ruiken, geuren, rieken {ww.}
ruiken
geuren
rieken {ww.}

ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt

ik ruik
jij ruikt
hij/zij/het ruikt
» meer vervoegingen van ruiken

Mooie bloemen ruiken niet noodzakelijk zoet.
Mooie bloemen ruiken niet noodzakelijk zoet.
lucht [m] (de ~), geur [m] (de ~), reuk [m] (de ~), odeur, geurtje {zn.}
lucht [m] (de ~)
geur [m] (de ~)
reuk [m] (de ~)
odeur
geurtje {zn.}
De geur van lelies vulde de kamer.
De geur van lelies vulde de kamer.
De geur van rozen vulde de kamer.
De geur van rozen vulde de kamer.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.

Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.

"Wilt u een pak kopen?" vroeg de verkoopster aan Dima, die de geuren van de nacht ervoor met zich meebracht toen hij door de deur liep.

"Wilt u een pak kopen?" vroeg de verkoopster aan Dima, die de geuren van de nacht ervoor met zich meebracht toen hij door de deur liep.


Gerelateerd aan geuren

lekker ruiken - ruiken - rieken - lucht - geur - reuk - odeur - geurtjeafgeven - perceptie