Vertaling van lucht
geur
reuk
luchtje {zn.}
hemel {zn.}
atmosfeer
ether
dampkring {zn.}
hemel
hoogte
firmament
uitspansel
luchtruim
zwerk
hemeldak
hemelboog
hemelblauw {zn.}
geur
reuk
odeur
geurtje {zn.}
ventileren
spuien
uitluchten
luchten {ww.}
ik lucht
jij lucht
hij/zij/het lucht
ik wan
jij want
hij/zij/het want
» meer vervoegingen van wannen
doorwaaien
luchten {ww.}
hij/zij/het tocht door
zij tochten door
hij/zij/het doorwaait
hij/zij/het tocht door
zij tochten door
hij/zij/het tocht door
» meer vervoegingen van doortochten
ventileren {ww.}
ik lucht
jij lucht
hij/zij/het lucht
ik lucht
jij lucht
hij/zij/het lucht
» meer vervoegingen van luchten
aanduiden
luchten
ventileren {ww.}
ik duid aan
jij duidt aan
hij/zij/het duidt aan
ik druk uit
jij drukt uit
hij/zij/het drukt uit
» meer vervoegingen van uitdrukken
Voorbeelden in zinsverband
De lucht wordt donker.
De lucht wordt donker.
Lucht is onzichtbaar.
Lucht is onzichtbaar.
Lucht die schoenen!
Lucht die schoenen!
De lucht klaarde op.
De lucht klaarde op.
Alle mensen ademen lucht.
Alle mensen ademen lucht.
De lucht klaarde op.
De lucht klaarde op.
Mensen kunnen niet leven zonder lucht.
Mensen kunnen niet leven zonder lucht.
Er is geen lucht in de ruimte.
Er is geen lucht in de ruimte.
Water en lucht zijn allebei fluïda.
Water en lucht zijn allebei fluïda.
De lucht zal snel helder worden.
De lucht zal snel helder worden.
Ik wil wat frisse lucht opsnuiven.
Ik wil wat frisse lucht opsnuiven.
Een wolk dreef door de lucht.
Een wolk dreef door de lucht.
Vandaag is de lucht blauw en onbewolkt.
Vandaag is de lucht blauw en onbewolkt.
De lucht in deze kamer is vuil.
De lucht in deze kamer is vuil.
We kunnen niet leven zonder lucht.
We kunnen niet leven zonder lucht.