Vertaling van rieken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ruiken, geuren, rieken {ww.}
ruiken
geuren
rieken {ww.}

ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt

ik ruik
jij ruikt
hij/zij/het ruikt
» meer vervoegingen van ruiken

Lelies ruiken zoet.
Lelies ruiken zoet.
Zijn kleren ruiken altijd slecht.
Zijn kleren ruiken altijd slecht.
greep, hooivork, riek (mv. rieken) [m], gaffel [v] {zn.}
greep
hooivork
riek (mv. rieken) [m]
gaffel [v] {zn.}
Hij greep me bij mijn kraag.
Hij greep me bij mijn kraag.
De jongen greep de hond bij de staart.
De jongen greep de hond bij de staart.
ruiken, geuren, rieken {ww.}
ruiken
geuren
rieken {ww.}

ik geur
jij geurt
hij/zij/het geurt

ik ruik
jij ruikt
hij/zij/het ruikt
» meer vervoegingen van ruiken

Mooie bloemen ruiken niet noodzakelijk zoet.
Mooie bloemen ruiken niet noodzakelijk zoet.
Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.
Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.
stinken, meuren, rieken {ww.}
stinken
meuren
rieken {ww.}

ik meur
jij meurt
hij/zij/het meurt

ik stink
jij stinkt
hij/zij/het stinkt
» meer vervoegingen van stinken

De sokken stinken.
De sokken stinken.
Ik heb er een hekel als als mijn kleren naar rook stinken.
Ik heb er een hekel als als mijn kleren naar rook stinken.
ruiken, rieken {ww.}
ruiken
rieken {ww.}

ik riek
jij riekt
hij/zij/het riekt

ik ruik
jij ruikt
hij/zij/het ruikt
» meer vervoegingen van ruiken

gaffel [m] (de ~), stalgreep, mestvork, spitvork, riek [m] (de ~) {zn.}
gaffel [m] (de ~)
stalgreep
mestvork
spitvork
riek [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan rieken

ruiken - geuren - greep - hooivork - riek - gaffel - stinken - meuren - stalgreep - mestvork - spitvorkafgeven - geuren - aandoen - prakijzer