Vertaling van gevierd
beroemd
gevierd
roemruchtig
vermaard
wijdvermaard {bn.}
gelauwerd {bn.}
gerenommeerd
gevierd
vermaard {bn.}
vieren
weglaten
uitlaten
tappen
loslaten {ww.}
ik heb losgelaten
ik had losgelaten
ik zal losgelaten hebben
ik heb gelost
ik had gelost
ik zal gelost hebben
» meer vervoegingen van lossen
opdragen
celebreren {ww.}
ik heb gecelebreerd
ik had gecelebreerd
ik zal gecelebreerd hebben
ik heb gevierd
ik had gevierd
ik zal gevierd hebben
» meer vervoegingen van vieren
feestvieren
fuiven {ww.}
ik heb feestgevierd
jij hebt feestgevierd
hij/zij/het heeft feestgevierd
ik heb gevierd
jij hebt gevierd
hij/zij/het heeft gevierd
» meer vervoegingen van vieren
celebreren {ww.}
ik heb gecelebreerd
jij hebt gecelebreerd
hij/zij/het heeft gecelebreerd
ik heb gevierd
jij hebt gevierd
hij/zij/het heeft gevierd
» meer vervoegingen van vieren
ik heb gevierd
ik had gevierd
ik zal gevierd hebben
ik heb gevierd
ik had gevierd
ik zal gevierd hebben
» meer vervoegingen van vieren
ik heb gevierd
ik had gevierd
ik zal gevierd hebben
ik heb gevierd
ik had gevierd
ik zal gevierd hebben
» meer vervoegingen van vieren
Voorbeelden in zinsverband
Valentijnsdag wordt gevierd in februari.
Valentijnsdag wordt gevierd in februari.
Tanabata wordt gevierd in juli.
Tanabata wordt gevierd in juli.