Vertaling van kennis
verstand
inzicht {zn.}
kunde
bekendheid {zn.}
kennis
wetenschap {zn.}
kennis
verstand
medeweten
kunde {zn.}
kennis
relatie {zn.}
ik maak kennis
jij maakt kennis
hij/zij/het maakt kennis
ik maak kennis
jij maakt kennis
hij/zij/het maakt kennis
» meer vervoegingen van kennismaken
ik maak kennis
jij maakt kennis
hij/zij/het maakt kennis
ik maak kennis
jij maakt kennis
hij/zij/het maakt kennis
» meer vervoegingen van kennismaken
Voorbeelden in zinsverband
Kennis is macht.
Kennis is macht.
Kennis is macht.
Kennis is macht.
Aangenaam kennis te maken.
Aangenaam kennis te maken.
Televisie helpt ons onze kennis te verruimen.
Televisie helpt ons onze kennis te verruimen.
Mijn kennis van Japans is eerder zwak.
Mijn kennis van Japans is eerder zwak.
Wetenschap (kennis) is macht
Wetenschap (kennis) is macht
Gisteren heb ik kennis gemaakt met een van de beroemdste acteurs van de wereld.
Gisteren heb ik kennis gemaakt met een van de beroemdste acteurs van de wereld.
Kennis is het licht van de geest
Kennis is het licht van de geest