Vertaling van klavier

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
toetsenbord [o], klavier {zn.}
toetsenbord [o]
klavier {zn.}
Ik moet mijn toetsenbord vervangen door een nieuw.
Ik moet mijn toetsenbord vervangen door een nieuw.
Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg!
Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg!
piano, klavier {zn.}
piano
klavier {zn.}
Zij kan piano spelen.
Zij kan piano spelen.
Hij speelde piano.
Hij speelde piano.
piano [m] (de ~), tingeltangel, pianino, klavierinstrument, klavier [o] (het ~) {zn.}
piano [m] (de ~)
tingeltangel
pianino
klavierinstrument
klavier [o] (het ~) {zn.}
Nancy heeft een piano.
Nancy heeft een piano.
Ik speel graag piano.
Ik speel graag piano.
speeltafel [m] (de ~), claviatuur, klaviatuur, klavier [o] (het ~) {zn.}
speeltafel [m] (de ~)
claviatuur
klaviatuur
klavier [o] (het ~) {zn.}
hand [m] (de ~), poten, fik [m] (de ~), poot [m] (de ~), tengel, vlerken, knijper, kluif, klavieren, klavier, klauwen, klauw [m] (de ~), tengels [m] (de ~), jat, fikken [m] (de ~) {zn.}
hand [m] (de ~)
poten
fik [m] (de ~)
poot [m] (de ~)
tengel
vlerken
knijper
kluif
klavieren
klavier
klauwen
klauw [m] (de ~)
tengels [m] (de ~)
jat
fikken [m] (de ~) {zn.}
Hij stak zijn eigen huis in de fik.
Hij stak zijn eigen huis in de fik.
Een tafel heeft vier poten.
Een tafel heeft vier poten.