Vertaling van koersen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
stevenen, afstevenen, koersen {ww.}
stevenen
afstevenen
koersen {ww.}

ik steven af
jij stevent af
hij/zij/het stevent af

ik steven
jij stevent
hij/zij/het stevent
» meer vervoegingen van stevenen

koersen {ww.}
koersen {ww.}

ik koers
jij koerst
hij/zij/het koerst

ik koers
jij koerst
hij/zij/het koerst
» meer vervoegingen van koersen

koersen {ww.}
koersen {ww.}

ik koers
jij koerst
hij/zij/het koerst

ik koers
jij koerst
hij/zij/het koerst
» meer vervoegingen van koersen

notering [v], beursnotering [v], prijsnotering [v], koers (mv. koersen) {zn.}
notering [v]
beursnotering [v]
prijsnotering [v]
koers (mv. koersen) {zn.}
koers (mv. koersen), route, tracé, traject {zn.}
koers (mv. koersen)
route
tracé
traject {zn.}
leiding [v], richting [v], koers (mv. koersen), richtlijn {zn.}
leiding [v]
richting [v]
koers (mv. koersen)
richtlijn {zn.}
ramen, schatten, koersen {ww.}
ramen
schatten
koersen {ww.}

ik koers
jij koerst
hij/zij/het koerst

ik raam
jij raamt
hij/zij/het raamt
» meer vervoegingen van ramen

Sluit alle ramen.
Sluit alle ramen.
Weinig schatten zijn zoveel waard als een vriend.
Weinig schatten zijn zoveel waard als een vriend.
gaan, tijgen, koersen {ww.}
gaan
tijgen
koersen {ww.}

ik ga
jij gaat
hij/zij/het gaat

ik ga
jij gaat
hij/zij/het gaat
» meer vervoegingen van gaan

Vandaag gaan we gaan dansen.
Vandaag gaan we gaan dansen.
We kunnen beter gaan.
We kunnen beter gaan.
klaarspelen, bolwerken, fiksen, klaren, koersen, managen, rooien, lappen {ww.}
klaarspelen
bolwerken
fiksen
klaren
koersen
managen
rooien
lappen {ww.}

ik bolwerk
jij bolwerkt
hij/zij/het bolwerkt

ik speel klaar
jij speelt klaar
hij/zij/het speelt klaar
» meer vervoegingen van klaarspelen

koers [m] (de ~), notering [v] (de ~), beursnotering [v] (de ~) {zn.}
koers [m] (de ~)
notering [v] (de ~)
beursnotering [v] (de ~) {zn.}
Als de wind gunstig is, behoud koers" ("Go with the flow
Als de wind gunstig is, behoud koers" ("Go with the flow
koers [m] (de ~), rensport [m] (de ~) {zn.}
koers [m] (de ~)
rensport [m] (de ~) {zn.}
koers [m] (de ~) {zn.}
koers [m] (de ~) {zn.}
koers (mv. koersen), beleidslijn [m] (de ~) {zn.}
koers (mv. koersen)
beleidslijn [m] (de ~) {zn.}