Vertaling van kronen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bekronen, kronen {ww.}
bekronen
kronen {ww.}
kronen {ww.}
ik bekroon
jij bekroont
hij/zij/het bekroont
ik bekroon
jij bekroont
hij/zij/het bekroont
» meer vervoegingen van bekronen
kroon (mv. kronen), kroonluchter, luchter {zn.}
kroon (mv. kronen)
kroonluchter
luchter {zn.}
kroonluchter
luchter {zn.}
Op de foto heeft het meisje geen gouden kroon, maar een kroon van bloemen op.
Op de foto heeft het meisje geen gouden kroon, maar een kroon van bloemen op.
Dit boek gaat over een koning die zijn kroon verliest.
Dit boek gaat over een koning die zijn kroon verliest.
kroon (mv. kronen), krans {zn.}
kroon (mv. kronen)
krans {zn.}
krans {zn.}
Goede wijn behoeft geen krans.
Goede wijn behoeft geen krans.
De kroon op het werk
De kroon op het werk
bloemkroon , kroon (mv. kronen) {zn.}
bloemkroon
kroon (mv. kronen) {zn.}
kroon (mv. kronen) {zn.}
topje , kroon (mv. kronen), kruin, top {zn.}
topje
kroon (mv. kronen)
kruin
top {zn.}
kroon (mv. kronen)
kruin
top {zn.}
gekroond, kronen {ww.}
gekroond
kronen {ww.}
kronen {ww.}
ik kroon
jij kroont
hij/zij/het kroont
ik kroon
jij kroont
hij/zij/het kroont
» meer vervoegingen van kronen
kroon {zn.}
kroon {zn.}
kroon {zn.}
kroon {zn.}
kroon {zn.}
kroon {zn.}
kroon {zn.}
kroon {zn.}
Kroon (mv. kronen), kroon (mv. kronen) {zn.}
Kroon (mv. kronen)
kroon (mv. kronen) {zn.}
kroon (mv. kronen) {zn.}
kroon (mv. kronen) {zn.}
kroon (mv. kronen) {zn.}
kroon (mv. kronen) {zn.}
kroon (mv. kronen) {zn.}