Vertaling van kukelen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gooien, kwakken, knikkeren, kegelen, lazeren, zwiepen, mikken, donderen, kogelen, kukelen, kieperen, keilen, jenzen, werpen, plompen, flikkeren, bliksemen {ww.}
gooien
kwakken
knikkeren
kegelen
lazeren
zwiepen
mikken
donderen
kogelen
kukelen
kieperen
keilen
jenzen
werpen
plompen
flikkeren
bliksemen {ww.}

ik bliksem
jij bliksemt
hij/zij/het bliksemt

ik gooi
jij gooit
hij/zij/het gooit
» meer vervoegingen van gooien

De jongen vond het leuk om eieren naar mensen te gooien vanuit het raam van zijn flat.
De jongen vond het leuk om eieren naar mensen te gooien vanuit het raam van zijn flat.
vallen, flikkeren, donderen, mieteren, lazeren, sodemieteren, ploffen, neerkletteren, kukelen, kletteren, duvelen, bliksemen {ww.}
vallen
flikkeren
donderen
mieteren
lazeren
sodemieteren
ploffen
neerkletteren
kukelen
kletteren
duvelen
bliksemen {ww.}

ik bliksem
jij bliksemt
hij/zij/het bliksemt

ik val
jij valt
hij/zij/het valt
» meer vervoegingen van vallen

Laat vallen.
Laat vallen.
Waar gehakt wordt vallen spaanders.
Waar gehakt wordt vallen spaanders.


Gerelateerd aan kukelen

gooien - kwakken - knikkeren - kegelen - lazeren - zwiepen - mikken - donderen - kogelen - kieperen - keilen - jenzen - werpen - plompen - flikkerenverplaatsen - vallen