Vertaling van mikken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
mikken, richten {ww.}
mikken
richten {ww.}

ik mik
jij mikt
hij/zij/het mikt

ik mik
jij mikt
hij/zij/het mikt
» meer vervoegingen van mikken

vork, mik (mv. mikken) {zn.}
vork
mik (mv. mikken) {zn.}
Er ontbreekt een vork.
Er ontbreekt een vork.
Wij gebruiken stokjes in plaats van vork en mes.
Wij gebruiken stokjes in plaats van vork en mes.
brood [o], mik (mv. mikken) [v] {zn.}
brood [o]
mik (mv. mikken) [v] {zn.}
En een beetje brood.
En een beetje brood.
De man eet brood.
De man eet brood.
ogen, streven, nastreven, mikken {ww.}
ogen
streven
nastreven
mikken {ww.}

ik mik
jij mikt
hij/zij/het mikt

ik oog
jij oogt
hij/zij/het oogt
» meer vervoegingen van ogen

Maria heeft blauwe ogen.
Maria heeft blauwe ogen.
Hij sloot de ogen.
Hij sloot de ogen.
gooien, kwakken, knikkeren, kegelen, lazeren, zwiepen, mikken, donderen, kogelen, kukelen, kieperen, keilen, jenzen, werpen, plompen, flikkeren, bliksemen {ww.}
gooien
kwakken
knikkeren
kegelen
lazeren
zwiepen
mikken
donderen
kogelen
kukelen
kieperen
keilen
jenzen
werpen
plompen
flikkeren
bliksemen {ww.}

ik bliksem
jij bliksemt
hij/zij/het bliksemt

ik gooi
jij gooit
hij/zij/het gooit
» meer vervoegingen van gooien

De jongen vond het leuk om eieren naar mensen te gooien vanuit het raam van zijn flat.
De jongen vond het leuk om eieren naar mensen te gooien vanuit het raam van zijn flat.
brood [o] (het ~), mik [m] (de ~) {zn.}
brood [o] (het ~)
mik [m] (de ~) {zn.}
Hij heeft minder brood.
Hij heeft minder brood.
We hebben geen brood meer.
We hebben geen brood meer.


Gerelateerd aan mikken

richten - vork - mik - brood - ogen - streven - nastreven - gooien - kwakken - knikkeren - kegelen - lazeren - zwiepen - donderen - kogeleninstellen - inspannen - verplaatsen - baksel