Vertaling van richten
besturen
richten
mennen
dirigeren {ww.}
ik bestuur
jij bestuurt
hij/zij/het bestuurt
ik stuur
jij stuurt
hij/zij/het stuurt
» meer vervoegingen van sturen
ik richt
jij richt
hij/zij/het richt
ik richt
jij richt
hij/zij/het richt
» meer vervoegingen van richten
ik richt
jij richt
hij/zij/het richt
ik richt
jij richt
hij/zij/het richt
» meer vervoegingen van richten
ik richt
jij richt
hij/zij/het richt
ik richt
jij richt
hij/zij/het richt
» meer vervoegingen van richten
aanpassen
zich schikken
zich aanpassen
plooien
assimileren
richten
schikken
accommoderen {ww.}
ik pas aan
jij past aan
hij/zij/het past aan
ik voeg
jij voegt
hij/zij/het voegt
» meer vervoegingen van voegen
richten {ww.}
ik mik
jij mikt
hij/zij/het mikt
ik mik
jij mikt
hij/zij/het mikt
» meer vervoegingen van mikken
bepalen
vervoegen
richten
wenden {ww.}
ik bepaal
jij bepaalt
hij/zij/het bepaalt
ik keer
jij keert
hij/zij/het keert
» meer vervoegingen van keren