Vertaling van plooien
omvouwen
plooien {ww.}
ik vouw om
jij vouwt om
hij/zij/het vouwt om
ik vouw
jij vouwt
hij/zij/het vouwt
» meer vervoegingen van vouwen
ik plooi
jij plooit
hij/zij/het plooit
ik plooi
jij plooit
hij/zij/het plooit
» meer vervoegingen van plooien
ik plooi
jij plooit
hij/zij/het plooit
ik plooi
jij plooit
hij/zij/het plooit
» meer vervoegingen van plooien
rimpelen {ww.}
ik plooi
jij plooit
hij/zij/het plooit
ik plooi
jij plooit
hij/zij/het plooit
» meer vervoegingen van plooien
aanpassen
zich schikken
zich aanpassen
plooien
assimileren
richten
schikken
accommoderen {ww.}
ik pas aan
jij past aan
hij/zij/het past aan
ik voeg
jij voegt
hij/zij/het voegt
» meer vervoegingen van voegen
plooi (mv. plooien) {zn.}
fronsen
plooien {ww.}
ik frons
jij fronst
hij/zij/het fronst
ik rimpel
jij rimpelt
hij/zij/het rimpelt
» meer vervoegingen van rimpelen
plooi {zn.}
plooi (mv. plooien) {zn.}