Vertaling van fronsen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
samentrekken, fronsen {ww.}
samentrekken
fronsen {ww.}

ik frons
jij fronst
hij/zij/het fronst

ik trek samen
jij trekt samen
hij/zij/het trekt samen
» meer vervoegingen van samentrekken

fronsen {ww.}
fronsen {ww.}

ik frons
jij fronst
hij/zij/het fronst

ik frons
jij fronst
hij/zij/het fronst
» meer vervoegingen van fronsen

rimpelen, fronsen {ww.}
rimpelen
fronsen {ww.}

ik frons
jij fronst
hij/zij/het fronst

ik rimpel
jij rimpelt
hij/zij/het rimpelt
» meer vervoegingen van rimpelen

rimpelen, fronsen, plooien {ww.}
rimpelen
fronsen
plooien {ww.}

ik frons
jij fronst
hij/zij/het fronst

ik rimpel
jij rimpelt
hij/zij/het rimpelt
» meer vervoegingen van rimpelen

frons [m] (de ~) {zn.}
frons [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan fronsen

samentrekken - rimpelen - plooien - fronsvertrekken - bewerken - rimpel