Vertaling van assimileren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
in zich opnemen, assimileren {ww.}
in zich opnemen
assimileren {ww.}
assimileren {ww.}
ik assimileer
jij assimileert
hij/zij/het assimileert
ik assimileer
jij assimileert
hij/zij/het assimileert
» meer vervoegingen van assimileren
assimileren {ww.}
assimileren {ww.}
ik assimileer
jij assimileert
hij/zij/het assimileert
ik assimileer
jij assimileert
hij/zij/het assimileert
» meer vervoegingen van assimileren
voegen, aanpassen, zich schikken, zich aanpassen, plooien, assimileren, richten, schikken, accommoderen {ww.}
voegen
aanpassen
zich schikken
zich aanpassen
plooien
assimileren
richten
schikken
accommoderen {ww.}
aanpassen
zich schikken
zich aanpassen
plooien
assimileren
richten
schikken
accommoderen {ww.}
ik pas aan
jij past aan
hij/zij/het past aan
ik voeg
jij voegt
hij/zij/het voegt
» meer vervoegingen van voegen
Ik heb niets toe te voegen.
Ik heb niets toe te voegen.
Hij kon zich niet aan nieuwe omstandigheden aanpassen.
Hij kon zich niet aan nieuwe omstandigheden aanpassen.
opnemen, assimileren {ww.}
opnemen
assimileren {ww.}
assimileren {ww.}
ik assimileer
jij assimileert
hij/zij/het assimileert
ik neem op
jij neemt op
hij/zij/het neemt op
» meer vervoegingen van opnemen
Hoe kan ik contact opnemen met een Japans sprekende dokter?
Hoe kan ik contact opnemen met een Japans sprekende dokter?
"De telefoon gaat over." "Ik zal hem wel opnemen."
"De telefoon gaat over." "Ik zal hem wel opnemen."