Vertaling van lol

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
lol, vertier, pret {zn.}
lol
vertier
pret {zn.}
Morgen gooi ik voor de lol een watermeloen van het dak van een vijf verdiepingen tellend gebouw.
Morgen gooi ik voor de lol een watermeloen van het dak van een vijf verdiepingen tellend gebouw.
plezier [o] (het ~), genoegen [o] (het ~), genot [o] (het ~), behagen, lol [m] (de ~), lust [m] (de ~), leut [m] (de ~), vrolijkheid [v] (de ~), welbehagen [o] (het ~), vermaak [o] (het ~), sjeu, schik [m] (de ~), pret [m] (de ~), aardigheid [v] (de ~), leute, jolijt [m] (de/het ~), jeu, gein [m] (de ~) {zn.}
plezier [o] (het ~)
genoegen [o] (het ~)
genot [o] (het ~)
behagen
lol [m] (de ~)
lust [m] (de ~)
leut [m] (de ~)
vrolijkheid [v] (de ~)
welbehagen [o] (het ~)
vermaak [o] (het ~)
sjeu
schik [m] (de ~)
pret [m] (de ~)
aardigheid [v] (de ~)
leute
jolijt [m] (de/het ~)
jeu
gein [m] (de ~) {zn.}
Veel plezier!
Veel plezier!
Veel plezier!
Veel plezier!


Gerelateerd aan lol

vertier - pret - plezier - genoegen - genot - behagen - lust - leut - vrolijkheid - welbehagen - vermaak - sjeu - schik - aardigheid - leutegevoel