Vertaling van vermaak
vermakelijkheid
amusement
pretje
aardigheid {zn.}
amusement
schik {zn.}
amusement {zn.}
genoegen
vermaak
pret {zn.}
onderhouden
opvrolijken
amuseren {ww.}
ik amuseer
jij amuseert
hij/zij/het amuseert
ik vermaak
jij vermaakt
hij/zij/het vermaakt
» meer vervoegingen van vermaken
veranderen
vermaken {ww.}
ik herschep
jij herschept
hij/zij/het herschept
ik herschep
jij herschept
hij/zij/het herschept
» meer vervoegingen van herscheppen
vermaken
wisselen {ww.}
ik verander
jij verandert
hij/zij/het verandert
ik verander
jij verandert
hij/zij/het verandert
» meer vervoegingen van veranderen
vermaken {ww.}
ik laat na
jij laat na
hij/zij/het laat na
ik laat na
jij laat na
hij/zij/het laat na
» meer vervoegingen van nalaten
genoegen
genot
behagen
lol
lust
leut
vrolijkheid
welbehagen
vermaak
sjeu
schik
pret
aardigheid
leute
jolijt
jeu
gein {zn.}
onderhouden
verstrooien
entertainen
diverteren
amuseren {ww.}
ik amuseer
jij amuseert
hij/zij/het amuseert
ik vermaak
jij vermaakt
hij/zij/het vermaakt
» meer vervoegingen van vermaken
ik vermaak
jij vermaakt
hij/zij/het vermaakt
ik vermaak
jij vermaakt
hij/zij/het vermaakt
» meer vervoegingen van vermaken
legateren
legeren {ww.}
ik legateer
jij legateert
hij/zij/het legateert
ik vermaak
jij vermaakt
hij/zij/het vermaakt
» meer vervoegingen van vermaken
verlustigen
vermeien
verstrooien
vermaken {ww.}
ik amuseer
jij amuseert
hij/zij/het amuseert
ik amuseer
jij amuseert
hij/zij/het amuseert
» meer vervoegingen van amuseren