Vertaling van onderhouden

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
onderhouden {ww.}
onderhouden {ww.}

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt
» meer vervoegingen van onderhouden

Trouw moet worden onderhouden
Trouw moet worden onderhouden
onderhouden, in leven houden {ww.}
onderhouden
in leven houden {ww.}

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt
» meer vervoegingen van onderhouden

Ik zal de vissen in leven houden.
Ik zal de vissen in leven houden.
vermaken, onderhouden, opvrolijken, amuseren {ww.}
vermaken
onderhouden
opvrolijken
amuseren {ww.}

ik amuseer
jij amuseert
hij/zij/het amuseert

ik vermaak
jij vermaakt
hij/zij/het vermaakt
» meer vervoegingen van vermaken

Raúl kan zich zonder zijn vrienden niet vermaken.
Raúl kan zich zonder zijn vrienden niet vermaken.
Hij verzorgt het vermaken van de buitenlandse gasten.
Hij verzorgt het vermaken van de buitenlandse gasten.
onderhouden {ww.}
onderhouden {ww.}

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt
» meer vervoegingen van onderhouden

onderhouden {ww.}
onderhouden {ww.}

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt
» meer vervoegingen van onderhouden

onderhouden {ww.}
onderhouden {ww.}

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt
» meer vervoegingen van onderhouden

bergen, bewaren, onderhouden, behouden, overhouden, conserveren {ww.}
bergen
bewaren
onderhouden
behouden
overhouden
conserveren {ww.}

ik behoud
jij behoudt
hij/zij/het behoudt

ik berg
jij bergt
hij/zij/het bergt
» meer vervoegingen van bergen

Ik was in de bergen.
Ik was in de bergen.
Tom had zich in de bergen verscholen.
Tom had zich in de bergen verscholen.
onderhouden {ww.}
onderhouden {ww.}

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt
» meer vervoegingen van onderhouden

onderhouden, cultiveren {ww.}
onderhouden
cultiveren {ww.}

ik cultiveer
jij cultiveert
hij/zij/het cultiveert

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt
» meer vervoegingen van onderhouden

onderhouden, bijhouden {ww.}
onderhouden
bijhouden {ww.}

ik houd bij
jij houdt bij
hij/zij/het houdt bij

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt
» meer vervoegingen van onderhouden

onderhouden {ww.}
onderhouden {ww.}

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt

ik onderhoud
jij onderhoudt
hij/zij/het onderhoudt
» meer vervoegingen van onderhouden

vermaken, onderhouden, verstrooien, entertainen, diverteren, amuseren {ww.}
vermaken
onderhouden
verstrooien
entertainen
diverteren
amuseren {ww.}

ik amuseer
jij amuseert
hij/zij/het amuseert

ik vermaak
jij vermaakt
hij/zij/het vermaakt
» meer vervoegingen van vermaken