Vertaling van bewaren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bewaren, waken over, hoeden, de wacht hebben, bewaken {ww.}
bewaren
waken over
hoeden
de wacht hebben
bewaken {ww.}

ik bewaak
jij bewaakt
hij/zij/het bewaakt

ik bewaar
jij bewaart
hij/zij/het bewaart
» meer vervoegingen van bewaren

Kun je eieren bewaren buiten de koelkast?
Kun je eieren bewaren buiten de koelkast?
Melk moet men bewaren bij relatief lage temperatuur.
Melk moet men bewaren bij relatief lage temperatuur.
bewaren, behoeden {ww.}
bewaren
behoeden {ww.}

ik behoed
jij behoedt
hij/zij/het behoedt

ik bewaar
jij bewaart
hij/zij/het bewaart
» meer vervoegingen van bewaren

bergen, bewaren, onderhouden, behouden, overhouden, conserveren {ww.}
bergen
bewaren
onderhouden
behouden
overhouden
conserveren {ww.}

ik behoud
jij behoudt
hij/zij/het behoudt

ik berg
jij bergt
hij/zij/het bergt
» meer vervoegingen van bergen

Ik was in de bergen.
Ik was in de bergen.
Tom had zich in de bergen verscholen.
Tom had zich in de bergen verscholen.
blijven, bewaren, aanhouden, handhaven, behouden {ww.}
blijven
bewaren
aanhouden
handhaven
behouden {ww.}

ik houd aan
jij houdt aan
hij/zij/het houdt aan

ik blijf
jij blijft
hij/zij/het blijft
» meer vervoegingen van blijven

Goede tradities moeten behouden worden.
Goede tradities moeten behouden worden.
De regen bleef de ganse nacht door aanhouden.
De regen bleef de ganse nacht door aanhouden.
bewaren, opslaan, saven, wegschrijven {ww.}
bewaren
opslaan
saven
wegschrijven {ww.}

ik bewaar
jij bewaart
hij/zij/het bewaart

ik bewaar
jij bewaart
hij/zij/het bewaart
» meer vervoegingen van bewaren

Je bent geen eigenaar van dit opslagbestand. Je kunt je voortgang niet opslaan. Trofeeën zijn niet beschikbaar.
Je bent geen eigenaar van dit opslagbestand. Je kunt je voortgang niet opslaan. Trofeeën zijn niet beschikbaar.
bewaren {ww.}
bewaren {ww.}

ik bewaar
jij bewaart
hij/zij/het bewaart

ik bewaar
jij bewaart
hij/zij/het bewaart
» meer vervoegingen van bewaren

bergen, bewaren, wegzetten, wegleggen, opbergen {zn.}
bergen
bewaren
wegzetten
wegleggen
opbergen {zn.}
De bergen waren overal rondom de stad.
De bergen waren overal rondom de stad.
Ik groeide op in de bergen.
Ik groeide op in de bergen.
beschermen, bewaren, beschutten, vrijwaren, protegeren, preserveren {ww.}
beschermen
bewaren
beschutten
vrijwaren
protegeren
preserveren {ww.}

ik bescherm
jij beschermt
hij/zij/het beschermt

ik bescherm
jij beschermt
hij/zij/het beschermt
» meer vervoegingen van beschermen

Je moet je gezin beschermen.
Je moet je gezin beschermen.
Ik beloof dat ik je zal beschermen.
Ik beloof dat ik je zal beschermen.
behouden, bewaren, houden {ww.}
behouden
bewaren
houden {ww.}

ik behoud
jij behoudt
hij/zij/het behoudt

ik behoud
jij behoudt
hij/zij/het behoudt
» meer vervoegingen van behouden



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Kun je eieren bewaren buiten de koelkast?

Kun je eieren bewaren buiten de koelkast?

Melk moet men bewaren bij relatief lage temperatuur.

Melk moet men bewaren bij relatief lage temperatuur.