Vertaling van merk
zegel
merkteken {zn.}
stempel
cachet {zn.}
merkteken {zn.}
trade-mark
merknaam
handelsnaam
handelsmerk
fabrieksmerk {zn.}
merken {ww.}
ik merk
jij merkt
hij/zij/het merkt
ik teken
jij tekent
hij/zij/het tekent
» meer vervoegingen van tekenen
bemerken
waarnemen
vernemen
gewaar worden {ww.}
ik bemerk
jij bemerkt
hij/zij/het bemerkt
ik merk
jij merkt
hij/zij/het merkt
» meer vervoegingen van merken
merken
opmerken {ww.}
ik bemerk
jij bemerkt
hij/zij/het bemerkt
ik bemerk
jij bemerkt
hij/zij/het bemerkt
» meer vervoegingen van bemerken
aangeven
een teken geven
merken
kenmerken
tekenen {ww.}
ik duid aan
jij duidt aan
hij/zij/het duidt aan
ik duid aan
jij duidt aan
hij/zij/het duidt aan
» meer vervoegingen van aanduiden
aftekenen
kenmerken
markeren {ww.}
ik teken af
jij tekent af
hij/zij/het tekent af
ik merk
jij merkt
hij/zij/het merkt
» meer vervoegingen van merken
gewaarworden
merken {ww.}
ik bemerk
jij bemerkt
hij/zij/het bemerkt
ik bemerk
jij bemerkt
hij/zij/het bemerkt
» meer vervoegingen van bemerken
Voorbeelden in zinsverband
Audley is een Chinees merk.
Audley is een Chinees merk.
Ik ben laatst van merk tandpasta gewisseld.
Ik ben laatst van merk tandpasta gewisseld.
Welk merk heb je het liefst?
Welk merk heb je het liefst?
Merk op dat het maximum niet altijd bestaat.
Merk op dat het maximum niet altijd bestaat.
Welk merk en kleur heeft de auto van de directeur?
Welk merk en kleur heeft de auto van de directeur?