Vertaling van ondervinden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
ervaren, beleven, ondervinden, doormaken {ww.}
ervaren
beleven
ondervinden
doormaken {ww.}
beleven
ondervinden
doormaken {ww.}
ik beleef
jij beleeft
hij/zij/het beleeft
ik ervaar
jij ervaart
hij/zij/het ervaart
» meer vervoegingen van ervaren
We gaan veel plezier beleven.
We gaan veel plezier beleven.
Hij is een ervaren drijver.
Hij is een ervaren drijver.
ontmoeten, ervaren, beleven, ondervinden, gewaarworden, gevoelen {ww.}
ontmoeten
ervaren
beleven
ondervinden
gewaarworden
gevoelen {ww.}
ervaren
beleven
ondervinden
gewaarworden
gevoelen {ww.}
ik beleef
jij beleeft
hij/zij/het beleeft
ik ontmoet
jij ontmoet
hij/zij/het ontmoet
» meer vervoegingen van ontmoeten
Ik wil Tom graag ontmoeten.
Ik wil Tom graag ontmoeten.
Een persoon genaamd Itoh wil jou ontmoeten.
Een persoon genaamd Itoh wil jou ontmoeten.
leren, meenemen, opsteken, ondervinden {ww.}
leren
meenemen
opsteken
ondervinden {ww.}
meenemen
opsteken
ondervinden {ww.}
ik leer
jij leert
hij/zij/het leert
ik leer
jij leert
hij/zij/het leert
» meer vervoegingen van leren
Wat moet ik meenemen?
Wat moet ik meenemen?
Uw eigen bestek meenemen graag.
Uw eigen bestek meenemen graag.