Vertaling van ontwerp
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
plan , plattegrond, opzet, ontwerp {zn.}
plan
plattegrond
opzet
ontwerp {zn.}
plattegrond
opzet
ontwerp {zn.}
Ik heb een plattegrond nodig.
Ik heb een plattegrond nodig.
Ik zou graag een plattegrond willen hebben.
Ik zou graag een plattegrond willen hebben.
plan , project, concept , ontwerp, blauwdruk {zn.}
plan
project
concept
ontwerp
blauwdruk {zn.}
project
concept
ontwerp
blauwdruk {zn.}
Het plan zal werken.
Het plan zal werken.
Zijn plan is gevaarlijk!
Zijn plan is gevaarlijk!
schets, aanleg , ontwerp, krabbel {zn.}
schets
aanleg
ontwerp
krabbel {zn.}
aanleg
ontwerp
krabbel {zn.}
Maak een schets van uw huis.
Maak een schets van uw huis.
Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.
Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.
ontwerp , plaatje {zn.}
ontwerp
plaatje {zn.}
plaatje {zn.}
ontwerpen, construeren {ww.}
ontwerpen
construeren {ww.}
construeren {ww.}
ik construeer
jij construeert
hij/zij/het construeert
ik ontwerp
jij ontwerpt
hij/zij/het ontwerpt
» meer vervoegingen van ontwerpen
schetsen, uitstippelen, ontwerpen {ww.}
schetsen
uitstippelen
ontwerpen {ww.}
uitstippelen
ontwerpen {ww.}
ik ontwerp
jij ontwerpt
hij/zij/het ontwerpt
ik schets
jij schetst
hij/zij/het schetst
» meer vervoegingen van schetsen
plannen, ontwerpen, beramen {ww.}
plannen
ontwerpen
beramen {ww.}
ontwerpen
beramen {ww.}
ik beraam
jij beraamt
hij/zij/het beraamt
ik plan
jij plant
hij/zij/het plant
» meer vervoegingen van plannen
Ik heb hoedanook geen plannen.
Ik heb hoedanook geen plannen.
Wat zijn uw plannen voor vanavond?
Wat zijn uw plannen voor vanavond?
ontwerpen, plannen smeden {ww.}
ontwerpen
plannen smeden {ww.}
plannen smeden {ww.}
ik ontwerp
jij ontwerpt
hij/zij/het ontwerpt
ik ontwerp
jij ontwerpt
hij/zij/het ontwerpt
» meer vervoegingen van ontwerpen
voorstel , suggestie , propositie , ontwerp {zn.}
voorstel
suggestie
propositie
ontwerp {zn.}
suggestie
propositie
ontwerp {zn.}
Dit is een voorstel.
Dit is een voorstel.
Heb je een beter voorstel?
Heb je een beter voorstel?
ontwerpen, projecteren {ww.}
ontwerpen
projecteren {ww.}
projecteren {ww.}
ik ontwerp
jij ontwerpt
hij/zij/het ontwerpt
ik ontwerp
jij ontwerpt
hij/zij/het ontwerpt
» meer vervoegingen van ontwerpen