Vertaling van optrekken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
optrekken, ophalen {ww.}
optrekken
ophalen {ww.}

ik zal ophalen
ik zou ophalen
jij zult ophalen

ik zal optrekken
ik zou optrekken
jij zult optrekken
» meer vervoegingen van optrekken

versnellen, optrekken {ww.}
versnellen
optrekken {ww.}

ik zal optrekken
ik zou optrekken
jij zult optrekken

ik zal versnellen
ik zou versnellen
jij zult versnellen
» meer vervoegingen van versnellen

De auto bleef versnellen.
De auto bleef versnellen.
optrekken {ww.}
optrekken {ww.}

ik zal optrekken
ik zou optrekken
jij zult optrekken

ik zal optrekken
ik zou optrekken
jij zult optrekken
» meer vervoegingen van optrekken

optrekken {ww.}
optrekken {ww.}

ik zal optrekken
ik zou optrekken
jij zult optrekken

ik zal optrekken
ik zou optrekken
jij zult optrekken
» meer vervoegingen van optrekken

optrekken, accelereren {ww.}
optrekken
accelereren {ww.}

ik zal accelereren
jij zult accelereren
hij/zij/het zal accelereren

ik zal optrekken
jij zult optrekken
hij/zij/het zal optrekken
» meer vervoegingen van optrekken

optrekken {ww.}
optrekken {ww.}

ik zal optrekken
ik zou optrekken
jij zult optrekken

ik zal optrekken
ik zou optrekken
jij zult optrekken
» meer vervoegingen van optrekken

optrekken {ww.}
optrekken {ww.}

ik zal optrekken
ik zou optrekken
jij zult optrekken

ik zal optrekken
ik zou optrekken
jij zult optrekken
» meer vervoegingen van optrekken

begeven, optrekken {ww.}
begeven
optrekken {ww.}

ik zal begeven
jij zult begeven
hij/zij/het zal begeven

ik zal begeven
jij zult begeven
hij/zij/het zal begeven
» meer vervoegingen van begeven

omhoogtrekken, optrekken {ww.}
omhoogtrekken
optrekken {ww.}

ik zal omhoogtrekken
jij zult omhoogtrekken
hij/zij/het zal omhoogtrekken

ik zal omhoogtrekken
jij zult omhoogtrekken
hij/zij/het zal omhoogtrekken
» meer vervoegingen van omhoogtrekken



Gerelateerd aan optrekken

ophalen - versnellen - accelereren - begeven - omhoogtrekkenverdwijnen - bouwen - versnellen - omgaan - verbeteren - koersen - trekken