Vertaling van pest
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
pest {zn.}
pest {zn.}
pesten, plagen {ww.}
pesten
plagen {ww.}
plagen {ww.}
ik pest
jij pest
hij/zij/het pest
ik pest
jij pest
hij/zij/het pest
» meer vervoegingen van pesten
pestilentie, pestkoorts, pest {zn.}
pestilentie
pestkoorts
pest {zn.}
pestkoorts
pest {zn.}
hel , verschrikking , pest , plaag , inferno, gesel {zn.}
hel
verschrikking
pest
plaag
inferno
gesel {zn.}
verschrikking
pest
plaag
inferno
gesel {zn.}
De hel brak los.
De hel brak los.
Welkom in de hel!
Welkom in de hel!
negeren, pesten, nijdassen, koeioneren, judassen, jennen {ww.}
negeren
pesten
nijdassen
koeioneren
judassen
jennen {ww.}
pesten
nijdassen
koeioneren
judassen
jennen {ww.}
ik jen
jij jent
hij/zij/het jent
ik negeer
jij negeert
hij/zij/het negeert
» meer vervoegingen van negeren
Als de telefoon opnieuw gaat, wil ik hem negeren.
Als de telefoon opnieuw gaat, wil ik hem negeren.
Noch betaamt het (de dokter) het temperament van de zieke man te negeren
Noch betaamt het (de dokter) het temperament van de zieke man te negeren
pesten {ww.}
pesten {ww.}
ik pest
jij pest
hij/zij/het pest
ik pest
jij pest
hij/zij/het pest
» meer vervoegingen van pesten