Vertaling van piel
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
piel {zn.}
piel {zn.}
potlood, lid , penis , fluit , lul , tampeloeres, tamp, sannie, plasser , zwengel , piemel , piel , leuter, joystick, geslachtsdeel , jongeheer , pik , snikkel , pisser {zn.}
potlood
lid
penis
fluit
lul
tampeloeres
tamp
sannie
plasser
zwengel
piemel
piel
leuter
joystick
geslachtsdeel
jongeheer
pik
snikkel
pisser {zn.}
lid
penis
fluit
lul
tampeloeres
tamp
sannie
plasser
zwengel
piemel
piel
leuter
joystick
geslachtsdeel
jongeheer
pik
snikkel
pisser {zn.}
Hij kan fluit spelen.
Hij kan fluit spelen.
Ik heb geen potlood.
Ik heb geen potlood.
mieren, klooien, wurmen, rommelen, pielen, otteren, modderen, aankloten, knoeien, klungelen, flodderen, broddelen, aanrommelen, aanmodderen, kloten, rotzooien, prutsen {ww.}
mieren
klooien
wurmen
rommelen
pielen
otteren
modderen
aankloten
knoeien
klungelen
flodderen
broddelen
aanrommelen
aanmodderen
kloten
rotzooien
prutsen {ww.}
klooien
wurmen
rommelen
pielen
otteren
modderen
aankloten
knoeien
klungelen
flodderen
broddelen
aanrommelen
aanmodderen
kloten
rotzooien
prutsen {ww.}
ik modder aan
jij moddert aan
hij/zij/het moddert aan
ik mier
jij miert
hij/zij/het miert
» meer vervoegingen van mieren
Mieren en giraffen zijn verre neven.
Mieren en giraffen zijn verre neven.
pielen, pingelen {ww.}
pielen
pingelen {ww.}
pingelen {ww.}
ik piel
jij pielt
hij/zij/het pielt
ik piel
jij pielt
hij/zij/het pielt
» meer vervoegingen van pielen