Vertaling van reproduceren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
reproduceren {ww.}
reproduceren {ww.}

ik reproduceer
jij reproduceert
hij/zij/het reproduceert

ik reproduceer
jij reproduceert
hij/zij/het reproduceert
» meer vervoegingen van reproduceren

reproduceren {ww.}
reproduceren {ww.}

ik reproduceer
jij reproduceert
hij/zij/het reproduceert

ik reproduceer
jij reproduceert
hij/zij/het reproduceert
» meer vervoegingen van reproduceren

reproduceren {ww.}
reproduceren {ww.}

ik reproduceer
jij reproduceert
hij/zij/het reproduceert

ik reproduceer
jij reproduceert
hij/zij/het reproduceert
» meer vervoegingen van reproduceren

teruggeven, weergeven, vergelden, reproduceren, hergeven {ww.}
teruggeven
weergeven
vergelden
reproduceren
hergeven {ww.}

ik hergeef
jij hergeeft
hij/zij/het hergeeft

ik geef terug
jij geeft terug
hij/zij/het geeft terug
» meer vervoegingen van teruggeven

Ik zal je het geld morgen teruggeven.
Ik zal je het geld morgen teruggeven.
Ik zal het boek teruggeven zodra ik kan.
Ik zal het boek teruggeven zodra ik kan.
weergeven, reproduceren {ww.}
weergeven
reproduceren {ww.}

ik reproduceer
jij reproduceert
hij/zij/het reproduceert

ik geef weer
jij geeft weer
hij/zij/het geeft weer
» meer vervoegingen van weergeven

vermenigvuldigen, reproduceren, voortplanten {ww.}
vermenigvuldigen
reproduceren
voortplanten {ww.}

ik reproduceer
jij reproduceert
hij/zij/het reproduceert

ik vermenigvuldig
jij vermenigvuldigt
hij/zij/het vermenigvuldigt
» meer vervoegingen van vermenigvuldigen

Ratten vermenigvuldigen zich snel.
Ratten vermenigvuldigen zich snel.
"En trouwens," haastte Dima zich toe te voegen, terwijl hij zijn rekenmachientje tevoorschijn haalde en 0,99 deelde door 3.000.000, alvorens het te vermenigvuldigen met…
"En trouwens," haastte Dima zich toe te voegen, terwijl hij zijn rekenmachientje tevoorschijn haalde en 0,99 deelde door 3.000.000, alvorens het te vermenigvuldigen met…
herinneren, terughalen, reproduceren {ww.}
herinneren
terughalen
reproduceren {ww.}

ik herinner
jij herinnert
hij/zij/het herinnert

ik herinner
jij herinnert
hij/zij/het herinnert
» meer vervoegingen van herinneren

Vergeet niet om me daaraan te herinneren.
Vergeet niet om me daaraan te herinneren.
Tom kon Mary's adres niet herinneren.
Tom kon Mary's adres niet herinneren.