Vertaling van sar

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
irriteren, sarren, prikkelen, op stang jagen, ophitsen, aanstoken {ww.}
irriteren
sarren
prikkelen
op stang jagen
ophitsen
aanstoken {ww.}

ik stook aan
jij stookt aan
hij/zij/het stookt aan

ik irriteer
jij irriteert
hij/zij/het irriteert
» meer vervoegingen van irriteren

Kinderen hebben er een hekel aan om leraren te irriteren.
Kinderen hebben er een hekel aan om leraren te irriteren.
plaag [m] (de ~), treiteraar, zuiger [m] (de ~), plaagstok, sar, plaagal, pestkop [m] (de ~), kwelgeest, kwelduivel [m] (de ~), plaaggeest [m] (de ~) {zn.}
plaag [m] (de ~)
treiteraar
zuiger [m] (de ~)
plaagstok
sar
plaagal
pestkop [m] (de ~)
kwelgeest
kwelduivel [m] (de ~)
plaaggeest [m] (de ~) {zn.}
tergen, zuigen, sarren, narren, mienen, treiteren {ww.}
tergen
zuigen
sarren
narren
mienen
treiteren {ww.}

ik nar
jij nart
hij/zij/het nart

ik terg
jij tergt
hij/zij/het tergt
» meer vervoegingen van tergen

Niemand zal me ongestraft tergen
Niemand zal me ongestraft tergen