Vertaling van schat

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
schat, snoes, schattebout, lieverd, hartedief {zn.}
schat
snoes
schattebout
lieverd
hartedief {zn.}
Deze schat is onschatbaar voor de mensheid.
Deze schat is onschatbaar voor de mensheid.
Je bent een schat!
Je bent een schat!
schat, liefje [o], zoetelief, schattebout, lieverd, snoes [m], lieveling [m] {zn.}
schat
liefje [o]
zoetelief
schattebout
lieverd
snoes [m]
lieveling [m] {zn.}
Waarom huil je, liefje?
Waarom huil je, liefje?
schat {zn.}
schat {zn.}
lief, schat, liefje [o], schattebout, schatje [o], lieveling [m] {zn.}
lief
schat
liefje [o]
schattebout
schatje [o]
lieveling [m] {zn.}
De kat is heel lief.
De kat is heel lief.
Hij was zeer lief voor hen.
Hij was zeer lief voor hen.
lief, schat, lieveling [m] {zn.}
lief
schat
lieveling [m] {zn.}
Ze is inderdaad een lief meisje.
Ze is inderdaad een lief meisje.
Mijn lief houdt niet van mij.
Mijn lief houdt niet van mij.
waarderen, schatten, taxeren, begroten {ww.}
waarderen
schatten
taxeren
begroten {ww.}

ik begroot
jij begroot
hij/zij/het begroot

ik waardeer
jij waardeert
hij/zij/het waardeert
» meer vervoegingen van waarderen

Weinig schatten zijn zoveel waard als een vriend.
Weinig schatten zijn zoveel waard als een vriend.
Hij kon de grap van de arrogante meisjes niet waarderen, dus nam hij wraak.
Hij kon de grap van de arrogante meisjes niet waarderen, dus nam hij wraak.
zien, houden, beschouwen, achten, schatten, aanmerken, bevinden, oordelen {ww.}
zien
houden
beschouwen
achten
schatten
aanmerken
bevinden
oordelen {ww.}

ik merk aan
jij merkt aan
hij/zij/het merkt aan

ik zie
jij ziet
hij/zij/het ziet
» meer vervoegingen van zien

Laten we eens zien wie het het langst uit kan houden.
Laten we eens zien wie het het langst uit kan houden.
Omdat we van jullie houden, zijn we Tatoeba aan het updaten om jullie een betere gebruikerservaring te geven. Zien jullie wel? We Omdat we van jullie houden, zijn we Tatoeba aan het updaten om jullie een betere gebruikerservaring te geven. Zien jullie wel? We
ramen, schatten, koersen {ww.}
ramen
schatten
koersen {ww.}

ik koers
jij koerst
hij/zij/het koerst

ik raam
jij raamt
hij/zij/het raamt
» meer vervoegingen van ramen

Sluit alle ramen.
Sluit alle ramen.
Mary sloot zichzelf op in haar kamer en deed alle ramen dicht.
Mary sloot zichzelf op in haar kamer en deed alle ramen dicht.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Deze schat is onschatbaar voor de mensheid.

Deze schat is onschatbaar voor de mensheid.

Je bent een schat!

Je bent een schat!


Gerelateerd aan schat

snoes - schattebout - lieverd - hartedief - liefje - zoetelief - lieveling - lief - schatje - waarderen - schatten - taxeren - begroten - zien - houdenvinden - inschatten