Vertaling van schragen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
instemmen, kloppen, ondersteunen, aansluiten, rijmen, bijeenpassen, stroken, samengaan, overeenstemmen, het eens zijn, onderschrijven, schragen, bijvallen, accorderen {ww.}
instemmen
kloppen
ondersteunen
aansluiten
rijmen
bijeenpassen
stroken
samengaan
overeenstemmen
het eens zijn
onderschrijven
schragen
bijvallen
accorderen {ww.}
kloppen
ondersteunen
aansluiten
rijmen
bijeenpassen
stroken
samengaan
overeenstemmen
het eens zijn
onderschrijven
schragen
bijvallen
accorderen {ww.}
ik sluit aan
jij sluit aan
hij/zij/het sluit aan
ik stem in
jij stemt in
hij/zij/het stemt in
» meer vervoegingen van instemmen
Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen.
Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen.
De mensen op kantoor zullen nooit instemmen.
De mensen op kantoor zullen nooit instemmen.
steunen, ondersteunen, stutten, schragen {ww.}
steunen
ondersteunen
stutten
schragen {ww.}
ondersteunen
stutten
schragen {ww.}
ik ondersteun
jij ondersteunt
hij/zij/het ondersteunt
ik steun
jij steunt
hij/zij/het steunt
» meer vervoegingen van steunen
Ik heb het aangedurfd zijn mening te steunen.
Ik heb het aangedurfd zijn mening te steunen.
Het past te steunen op dapperheid/deugd, niet op afkomst
Het past te steunen op dapperheid/deugd, niet op afkomst
dragen, steunen, ondersteunen, schragen, ruggesteunen, schoren {ww.}
dragen
steunen
ondersteunen
schragen
ruggesteunen
schoren {ww.}
steunen
ondersteunen
schragen
ruggesteunen
schoren {ww.}
ik draag
jij draagt
hij/zij/het draagt
ik draag
jij draagt
hij/zij/het draagt
» meer vervoegingen van dragen
Katten dragen geen halsband.
Katten dragen geen halsband.
Zal ik uw jas dragen?
Zal ik uw jas dragen?
steunen, schragen, schoren, onderstutten, onderschragen, onderschoren, stutten {ww.}
steunen
schragen
schoren
onderstutten
onderschragen
onderschoren
stutten {ww.}
schragen
schoren
onderstutten
onderschragen
onderschoren
stutten {ww.}
ik onderschoor
jij onderschoort
hij/zij/het onderschoort
ik steun
jij steunt
hij/zij/het steunt
» meer vervoegingen van steunen
schaar , schraag {zn.}
schaar
schraag {zn.}
schraag {zn.}