Vertaling van smet

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
smet, blaam [v] {zn.}
smet
blaam [v] {zn.}
moet, plek, mop, vlek, smet, klak, klad {zn.}
moet
plek
mop
vlek
smet
klak
klad {zn.}
Zijn mop was geweldig.
Zijn mop was geweldig.
Ik lachte om zijn mop.
Ik lachte om zijn mop.
smet [m] (de ~), vlek [m] (de ~), klad {zn.}
smet [m] (de ~)
vlek [m] (de ~)
klad {zn.}
smetten {ww.}
smetten {ww.}

ik smet
jij smet
hij/zij/het smet

ik smet
jij smet
hij/zij/het smet
» meer vervoegingen van smetten

bevlekken, vlekken, bezoedelen, smetten, bekladden {ww.}
bevlekken
vlekken
bezoedelen
smetten
bekladden {ww.}

ik beklad
jij bekladt
hij/zij/het bekladt

ik bevlek
jij bevlekt
hij/zij/het bevlekt
» meer vervoegingen van bevlekken

vlek [o] (het ~), schandvlek [m] (de ~), bezoedeling, blaam [m] (de ~), smet {zn.}
vlek [o] (het ~)
schandvlek [m] (de ~)
bezoedeling
blaam [m] (de ~)
smet {zn.}


Gerelateerd aan smet

blaam - moet - plek - mop - vlek - klak - klad - smetten - bevlekken - vlekken - bezoedelen - bekladden - schandvlek - bezoedelingplek - aantasting