Vertaling van stelpen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
stelpen {ww.}
stelpen {ww.}
ik stelp
jij stelpt
hij/zij/het stelpt
ik stelp
jij stelpt
hij/zij/het stelpt
» meer vervoegingen van stelpen
Ik kan het bloeden niet stelpen.
Ik kan het bloeden niet stelpen.
stoppen, staken, stelpen, stopzetten, opheffen, opbreken, afbreken {ww.}
stoppen
staken
stelpen
stopzetten
opheffen
opbreken
afbreken {ww.}
staken
stelpen
stopzetten
opheffen
opbreken
afbreken {ww.}
ik breek af
jij breekt af
hij/zij/het breekt af
ik stop
jij stopt
hij/zij/het stopt
» meer vervoegingen van stoppen
Je moet stoppen met drinken.
Je moet stoppen met drinken.
Ik kon Tom niet stoppen.
Ik kon Tom niet stoppen.
stelpen {zn.}
stelpen {zn.}