Vertaling van stikken
ik stik
jij stikt
hij/zij/het stikt
ik stik
jij stikt
hij/zij/het stikt
			 					» meer vervoegingen van stikken
		 					
smoren {ww.}
ik smoor
jij smoort
hij/zij/het smoort
ik stik
jij stikt
hij/zij/het stikt
			 					» meer vervoegingen van stikken
		 					
stikken {ww.}
ik smoor
jij smoort
hij/zij/het smoort
ik smoor
jij smoort
hij/zij/het smoort
			 					» meer vervoegingen van smoren
		 					
stikken {ww.}
ik stik
jij stikt
hij/zij/het stikt
ik stik
jij stikt
hij/zij/het stikt
			 					» meer vervoegingen van stikken
		 					
verzuipen
stikken {ww.}
ik stik
jij stikt
hij/zij/het stikt
ik verdrink
jij verdrinkt
hij/zij/het verdrinkt
			 					» meer vervoegingen van verdrinken
		 					
stikken
krioelen
wemelen {ww.}
hij/zij/het krioelt
zij krioelen
ik sterf
hij/zij/het sterft
zij sterven
ik sterf
			 					» meer vervoegingen van sterven