Vertaling van teelt

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
fokkerij [v], teelt, fokken [o] {zn.}
fokkerij [v]
teelt
fokken [o] {zn.}
teelt [v] (de ~) {zn.}
teelt [v] (de ~) {zn.}
cultuur [v], bouw [m], verbouw, teelt {zn.}
cultuur [v]
bouw [m]
verbouw
teelt {zn.}
Cultuur maakt talen kapot.
Cultuur maakt talen kapot.
Europa heeft meer cultuur!
Europa heeft meer cultuur!
cultuur [v], bouw [m], beschaving [v], teelt, verbouwing [v] {zn.}
cultuur [v]
bouw [m]
beschaving [v]
teelt
verbouwing [v] {zn.}
Europeanen probeerden de stam beschaving bij te brengen.
Europeanen probeerden de stam beschaving bij te brengen.
Ze hadden een eigen cultuur.
Ze hadden een eigen cultuur.
bebouwen, beschaven, kweken, aankweken, telen, verbouwen {ww.}
bebouwen
beschaven
kweken
aankweken
telen
verbouwen {ww.}

ik kweek aan
jij kweekt aan
hij/zij/het kweekt aan

ik bebouw
jij bebouwt
hij/zij/het bebouwt
» meer vervoegingen van bebouwen

fokkerij, teelt [v] (de ~), fok [m] (de ~) {zn.}
fokkerij
teelt [v] (de ~)
fok [m] (de ~) {zn.}
cultuur [v] (de ~), bouw, verbouw [m] (de ~), teelt [v] (de ~), teling, kweek [m] (de ~) {zn.}
cultuur [v] (de ~)
bouw
verbouw [m] (de ~)
teelt [v] (de ~)
teling
kweek [m] (de ~) {zn.}
Ik ben een groot bewonderaar van de Amerikaanse cultuur.
Ik ben een groot bewonderaar van de Amerikaanse cultuur.
De cultuur en de mensen waren heel interessant
De cultuur en de mensen waren heel interessant
planten, telen {ww.}
planten
telen {ww.}

ik plant
jij plant
hij/zij/het plant

ik plant
jij plant
hij/zij/het plant
» meer vervoegingen van planten

Planten groeien snel na regen.
Planten groeien snel na regen.
Water is onmisbaar voor planten.
Water is onmisbaar voor planten.
telen, opfokken, fokken {ww.}
telen
opfokken
fokken {ww.}

ik fok
jij fokt
hij/zij/het fokt

ik teel
jij teelt
hij/zij/het teelt
» meer vervoegingen van telen



Gerelateerd aan teelt

fokkerij - fokken - cultuur - bouw - verbouw - beschaving - verbouwing - bebouwen - beschaven - kweken - aankweken - telen - verbouwen - fok - telingproduct - produktie - kweken - houden - produceren