Vertaling van teen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
teen [m] {zn.}
teen [m] {zn.}
teen, wilgetakje [o] {zn.}
teen
wilgetakje [o] {zn.}
wilgeteen, teen {zn.}
wilgeteen
teen {zn.}
teen [m] (de ~) {zn.}
teen [m] (de ~) {zn.}
vinger [m], teen {zn.}
vinger [m]
teen {zn.}
Tom heeft in zijn vinger gesneden en het bloedt behoorlijk.
Tom heeft in zijn vinger gesneden en het bloedt behoorlijk.
Ik heb me met een mes in mijn vinger gesneden.
Ik heb me met een mes in mijn vinger gesneden.
teen [m] (de ~) {zn.}
teen [m] (de ~) {zn.}
teen [m] (de ~), knoflookteentje {zn.}
teen [m] (de ~)
knoflookteentje {zn.}
teen [m] (de ~) {zn.}
teen [m] (de ~) {zn.}
wis, rijs [o] (het ~), teen [m] (de ~), twijg [m] (de ~) {zn.}
wis
rijs [o] (het ~)
teen [m] (de ~)
twijg [m] (de ~) {zn.}
Als ge op de WC-bril pist, wis het af!
Als ge op de WC-bril pist, wis het af!


Gerelateerd aan teen

wilgetakje - wilgeteen - vinger - knoflookteentje - wis - rijs - twijglichaamsdeel - deel - tak