Vertaling van rijs
griend
griendhout
rijshout {zn.}
rijs
twijg
rank {zn.}
rijzen {ww.}
ik rijs
jij rijst
hij/zij/het rijst
ik was
jij wast
hij/zij/het wast
» meer vervoegingen van wassen
opzwellen
zwellen
uitdijen
rijzen {ww.}
ik zet op
jij zet op
hij/zij/het zet op
ik zet op
jij zet op
hij/zij/het zet op
» meer vervoegingen van opzetten
ik rijs
jij rijst
hij/zij/het rijst
ik rijs
jij rijst
hij/zij/het rijst
» meer vervoegingen van rijzen
opstaan
stijgen
opkomen
verrijzen
rijzen
opgaan {ww.}
ik ga op
jij gaat op
hij/zij/het gaat op
ik was
jij wast
hij/zij/het wast
» meer vervoegingen van wassen
rijzen
stijgen {ww.}
ik loop op
jij loopt op
hij/zij/het loopt op
ik loop op
jij loopt op
hij/zij/het loopt op
» meer vervoegingen van oplopen
naar boven gaan
rijzen
stijgen
bestijgen {ww.}
ik bestijg
jij bestijgt
hij/zij/het bestijgt
ik klim
jij klimt
hij/zij/het klimt
» meer vervoegingen van klimmen
rijs
bussel
mutsaard
takkenbos {zn.}
rijs
teen
twijg {zn.}