Vertaling van vergieten

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
storten, gieten, vergieten, schenken, plengen {ww.}
storten
gieten
vergieten
schenken
plengen {ww.}

ik giet
jij giet
hij/zij/het giet

ik stort
jij stort
hij/zij/het stort
» meer vervoegingen van storten

Het begon te gieten.
Het begon te gieten.
Degenen die Jupiter in het verderf wil storten, ontneemt hij eerst hun zinnen
Degenen die Jupiter in het verderf wil storten, ontneemt hij eerst hun zinnen
vergieten {ww.}
vergieten {ww.}

ik vergiet
jij vergiet
hij/zij/het vergiet

ik vergiet
jij vergiet
hij/zij/het vergiet
» meer vervoegingen van vergieten

vergiet [m] (de/het ~) {zn.}
vergiet [m] (de/het ~) {zn.}


Gerelateerd aan vergieten

storten - gieten - schenken - plengen - vergietgieten - bak