Vertaling van voldaan

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
tevreden, vergenoegd, voldaan {bn.}
tevreden
vergenoegd
voldaan {bn.}
betaald, voldaan {bn.}
betaald
voldaan {bn.}
voldoen, tevreden stellen, paaien, tegemoetkomen aan, bevredigen {ww.}
voldoen
tevreden stellen
paaien
tegemoetkomen aan
bevredigen {ww.}

ik heb bevredigd
ik had bevredigd
ik zal bevredigd hebben

ik heb voldaan
ik had voldaan
ik zal voldaan hebben
» meer vervoegingen van voldoen

Haat, zonder macht om er aan te voldoen, is ijdel
Haat, zonder macht om er aan te voldoen, is ijdel
volstaan, voldoen, toereikend zijn, voldoende zijn, toereiken {ww.}
volstaan
voldoen
toereikend zijn
voldoende zijn
toereiken {ww.}

ik heb toegereikt
ik had toegereikt
ik zal toegereikt hebben

ik heb volstaan
ik had volstaan
ik zal volstaan hebben
» meer vervoegingen van volstaan

Duizend yen zal volstaan.
Duizend yen zal volstaan.
betalen, voldoen, storten, uitkeren, uitbetalen, dokken {ww.}
betalen
voldoen
storten
uitkeren
uitbetalen
dokken {ww.}

ik heb betaald
jij hebt betaald
hij/zij/het heeft betaald

ik heb betaald
jij hebt betaald
hij/zij/het heeft betaald
» meer vervoegingen van betalen

Ze moeten vooraf betalen.
Ze moeten vooraf betalen.
Kan ik via creditcard betalen?
Kan ik via creditcard betalen?
tevreden, content, gecharmeerd, vergenoegd, voldaan {bn.}
tevreden
content
gecharmeerd
vergenoegd
voldaan {bn.}
voldoen, afrekenen, voldaan, afdoen, verrekenen, vereffenen, afbetalen {ww.}
voldoen
afrekenen
voldaan
afdoen
verrekenen
vereffenen
afbetalen {ww.}

ik heb afbetaald
ik had afbetaald
ik zal afbetaald hebben

ik heb voldaan
ik had voldaan
ik zal voldaan hebben
» meer vervoegingen van voldoen

Kunnen we afrekenen?
Kunnen we afrekenen?
Je ziet er voldaan uit.
Je ziet er voldaan uit.
beantwoorden, voldoen, vervullen {ww.}
beantwoorden
voldoen
vervullen {ww.}

ik heb beantwoord
jij hebt beantwoord
hij/zij/het heeft beantwoord

ik heb beantwoord
jij hebt beantwoord
hij/zij/het heeft beantwoord
» meer vervoegingen van beantwoorden

Kan je dit beantwoorden?
Kan je dit beantwoorden?
Moet ik alle vragen beantwoorden?
Moet ik alle vragen beantwoorden?
volstaan, voldoen, bevredigen, vergenoegen, tevredenstellen {ww.}
volstaan
voldoen
bevredigen
vergenoegen
tevredenstellen {ww.}

ik heb bevredigd
ik had bevredigd
ik zal bevredigd hebben

ik heb volstaan
ik had volstaan
ik zal volstaan hebben
» meer vervoegingen van volstaan