Vertaling van dokken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
dokken {ww.}
dokken {ww.}
ik dok
jij dokt
hij/zij/het dokt
ik dok
jij dokt
hij/zij/het dokt
» meer vervoegingen van dokken
dokken {ww.}
dokken {ww.}
ik dok
jij dokt
hij/zij/het dokt
ik dok
jij dokt
hij/zij/het dokt
» meer vervoegingen van dokken
betalen, voldoen, storten, uitkeren, uitbetalen, dokken {ww.}
betalen
voldoen
storten
uitkeren
uitbetalen
dokken {ww.}
voldoen
storten
uitkeren
uitbetalen
dokken {ww.}
ik betaal
jij betaalt
hij/zij/het betaalt
ik betaal
jij betaalt
hij/zij/het betaalt
» meer vervoegingen van betalen
Ze moeten vooraf betalen.
Ze moeten vooraf betalen.
Kan ik via creditcard betalen?
Kan ik via creditcard betalen?
dokken {ww.}
dokken {ww.}
ik dok
jij dokt
hij/zij/het dokt
ik dok
jij dokt
hij/zij/het dokt
» meer vervoegingen van dokken
dok (mv. dokken) {zn.}
dok (mv. dokken) {zn.}
betalen, uittellen, schuiven, neerleggen, schokken, offeren, neertellen, lappen, dokken {ww.}
betalen
uittellen
schuiven
neerleggen
schokken
offeren
neertellen
lappen
dokken {ww.}
uittellen
schuiven
neerleggen
schokken
offeren
neertellen
lappen
dokken {ww.}
ik betaal
jij betaalt
hij/zij/het betaalt
ik betaal
jij betaalt
hij/zij/het betaalt
» meer vervoegingen van betalen
We moeten altijd meer betalen.
We moeten altijd meer betalen.
Wie gaat het eten betalen?
Wie gaat het eten betalen?
dok {zn.}
dok {zn.}