Vertaling van uittellen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
uittellen {ww.}
uittellen {ww.}
ik zal uittellen
ik zou uittellen
jij zult uittellen
ik zal uittellen
ik zou uittellen
jij zult uittellen
» meer vervoegingen van uittellen
betalen, uittellen, schuiven, neerleggen, schokken, offeren, neertellen, lappen, dokken {ww.}
betalen
uittellen
schuiven
neerleggen
schokken
offeren
neertellen
lappen
dokken {ww.}
uittellen
schuiven
neerleggen
schokken
offeren
neertellen
lappen
dokken {ww.}
ik zal betalen
ik zou betalen
jij zult betalen
ik zal betalen
ik zou betalen
jij zult betalen
» meer vervoegingen van betalen
Ze moeten vooraf betalen.
Ze moeten vooraf betalen.
Kan ik via creditcard betalen?
Kan ik via creditcard betalen?