Vertaling van neerleggen
vlijen
neerleggen {ww.}
ik zal leggen
ik zou leggen
jij zult leggen
ik zal leggen
ik zou leggen
jij zult leggen
» meer vervoegingen van leggen
ik zal neerleggen
ik zou neerleggen
jij zult neerleggen
ik zal neerleggen
ik zou neerleggen
jij zult neerleggen
» meer vervoegingen van neerleggen
ik zal neerleggen
ik zou neerleggen
jij zult neerleggen
ik zal neerleggen
ik zou neerleggen
jij zult neerleggen
» meer vervoegingen van neerleggen
deponeren {ww.}
ik zal deponeren
jij zult deponeren
hij/zij/het zal deponeren
ik zal neerleggen
jij zult neerleggen
hij/zij/het zal neerleggen
» meer vervoegingen van neerleggen
neerknallen
overhoopschieten
doodschieten {ww.}
ik zal doodschieten
ik zou doodschieten
jij zult doodschieten
ik zal neerleggen
ik zou neerleggen
jij zult neerleggen
» meer vervoegingen van neerleggen
ik zal neerleggen
ik zou neerleggen
jij zult neerleggen
ik zal neerleggen
ik zou neerleggen
jij zult neerleggen
» meer vervoegingen van neerleggen
leggen
neerleggen
voorleggen
deponeren {ww.}
ik zal deponeren
ik zou deponeren
jij zult deponeren
ik zal rusten
ik zou rusten
jij zult rusten
» meer vervoegingen van rusten
uittellen
schuiven
neerleggen
schokken
offeren
neertellen
lappen
dokken {ww.}
ik zal betalen
ik zou betalen
jij zult betalen
ik zal betalen
ik zou betalen
jij zult betalen
» meer vervoegingen van betalen
verzoenen
berusten
neerleggen
stellen
resigneren {ww.}
ik zal berusten
ik zou berusten
jij zult berusten
ik zal schikken
ik zou schikken
jij zult schikken
» meer vervoegingen van schikken