Vertaling van leggen
vlijen
neerleggen {ww.}
ik leg
jij legt
hij/zij/het legt
ik leg
jij legt
hij/zij/het legt
» meer vervoegingen van leggen
stellen
stoppen
zetten
plaatsen
leggen
steken {ww.}
ik doe
jij doet
hij/zij/het doet
ik doe
jij doet
hij/zij/het doet
» meer vervoegingen van doen
aanleggen {ww.}
ik leg aan
jij legt aan
hij/zij/het legt aan
ik leg
jij legt
hij/zij/het legt
» meer vervoegingen van leggen
ik leg
jij legt
hij/zij/het legt
ik leg
jij legt
hij/zij/het legt
» meer vervoegingen van leggen
leggen
stationeren
situeren {ww.}
ik leg
jij legt
hij/zij/het legt
ik plaats
jij plaatst
hij/zij/het plaatst
» meer vervoegingen van plaatsen
ik leg
jij legt
hij/zij/het legt
ik leg
jij legt
hij/zij/het legt
» meer vervoegingen van leggen
leggen
neerleggen
voorleggen
deponeren {ww.}
ik deponeer
jij deponeert
hij/zij/het deponeert
ik rust
jij rust
hij/zij/het rust
» meer vervoegingen van rusten
Voorbeelden in zinsverband
In mei leggen alle vogeltjes een ei.
In mei leggen alle vogeltjes een ei.
Ik ben zo stom... Ik probeer je dingen uit te leggen die ik zelf niet begrijp.
Ik ben zo stom... Ik probeer je dingen uit te leggen die ik zelf niet begrijp.
Ik zou een eeuwigheid bezig zijn om alles uit te leggen.
Ik zou een eeuwigheid bezig zijn om alles uit te leggen.
Hij vroeg haar uit te leggen hoe ze het geld had gebruikt.
Hij vroeg haar uit te leggen hoe ze het geld had gebruikt.
Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken.
Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken.
Dit is wat wiskundigen en Fransen gemeen hebben: wat je hen ook probeert uit te leggen, ze vertalen het op hun eigen manier en verdraaien het in iets wat helemaal anders is.
Dit is wat wiskundigen en Fransen gemeen hebben: wat je hen ook probeert uit te leggen, ze vertalen het op hun eigen manier en verdraaien het in iets wat helemaal anders is.