Vertaling van voorleggen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
voorleggen, serveren {ww.}
voorleggen
serveren {ww.}
serveren {ww.}
ik zal serveren
ik zou serveren
jij zult serveren
ik zal voorleggen
ik zou voorleggen
jij zult voorleggen
» meer vervoegingen van voorleggen
voorleggen {ww.}
voorleggen {ww.}
ik zal voorleggen
ik zou voorleggen
jij zult voorleggen
ik zal voorleggen
ik zou voorleggen
jij zult voorleggen
» meer vervoegingen van voorleggen
rusten, leggen, neerleggen, voorleggen, deponeren {ww.}
rusten
leggen
neerleggen
voorleggen
deponeren {ww.}
leggen
neerleggen
voorleggen
deponeren {ww.}
ik zal deponeren
ik zou deponeren
jij zult deponeren
ik zal rusten
ik zou rusten
jij zult rusten
» meer vervoegingen van rusten
Hij moest rusten.
Hij moest rusten.
Ik ga wat rusten.
Ik ga wat rusten.