Vertaling van voltrekken

Inhoud:

Nederlands

voltrekken, executeren {ww.}

voltrekken
executeren {ww.}

ik executeer
jij executeert
hij/zij/het executeert

ik voltrek
jij voltrekt
hij/zij/het voltrekt
» meer vervoegingen van voltrekken

verrichten, uitvoeren, voltrekken, vervullen, naleven, nakomen {ww.}

verrichten
uitvoeren
voltrekken
vervullen
naleven
nakomen {ww.}

ik kom na
jij komt na
hij/zij/het komt na

ik verricht
jij verricht
hij/zij/het verricht
» meer vervoegingen van verrichten

Laten we het uitvoeren.

Computers zijn in staat tot het verrichten van extreem moeilijk werk.

spelen, plaatsvinden, voltrekken, plaatshebben, plaatsgrijpen {ww.}

spelen
plaatsvinden
voltrekken
plaatshebben
plaatsgrijpen {ww.}

hij/zij/het grijpt plaats
zij grijpen plaats
hij/zij/het heeft plaats

hij/zij/het speelt
zij spelen
hij/zij/het speelt
» meer vervoegingen van spelen

Ik kan Chopin spelen.

Tennis spelen is gemakkelijk.