Vertaling van wellen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
wellen, voortkomen, opborrelen, opwellen, ontspringen {ww.}
wellen
voortkomen
opborrelen
opwellen
ontspringen {ww.}

ik ontspring
jij ontspringt
hij/zij/het ontspringt

ik wel
jij welt
hij/zij/het welt
» meer vervoegingen van wellen

wellen, lassen {ww.}
wellen
lassen {ww.}

ik las
jij last
hij/zij/het last

ik wel
jij welt
hij/zij/het welt
» meer vervoegingen van wellen

wellen, opkoken {ww.}
wellen
opkoken {ww.}

ik kook op
jij kookt op
hij/zij/het kookt op

ik wel
jij welt
hij/zij/het welt
» meer vervoegingen van wellen

wellen {ww.}
wellen {ww.}

ik wel
jij welt
hij/zij/het welt

ik wel
jij welt
hij/zij/het welt
» meer vervoegingen van wellen

wellen {ww.}
wellen {ww.}

ik wel
jij welt
hij/zij/het welt

ik wel
jij welt
hij/zij/het welt
» meer vervoegingen van wellen

wellen {ww.}
wellen {ww.}

ik wel
jij welt
hij/zij/het welt

ik wel
jij welt
hij/zij/het welt
» meer vervoegingen van wellen

opwellen, wellen {ww.}
opwellen
wellen {ww.}

hij/zij/het welt op
zij wellen op
ik wel

hij/zij/het welt
zij wellen
ik wel
» meer vervoegingen van wellen

wel [m] (de ~), bron [m] (de ~) {zn.}
wel [m] (de ~)
bron [m] (de ~) {zn.}
Wel wel! Hoe hebt ge dat gedaan?
Wel wel! Hoe hebt ge dat gedaan?
Bron en oorsprong
Bron en oorsprong


Gerelateerd aan wellen

voortkomen - opborrelen - opwellen - ontspringen - lassen - opkoken - wel - bronweken - verhit - opkomen - water