Vertaling van werken op

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
werken op, verhitten, opwinden, prikkelen, aanwakkeren {ww.}
werken op
verhitten
opwinden
prikkelen
aanwakkeren {ww.}
vermooien, opwerken, verfraaien, flatteren {ww.}
vermooien
opwerken
verfraaien
flatteren {ww.}

ik flatteer
jij flatteert
hij/zij/het flatteert

ik vermooi
jij vermooit
hij/zij/het vermooit
» meer vervoegingen van vermooien

opwerken {ww.}
opwerken {ww.}

ik werk op
jij werkt op
hij/zij/het werkt op

ik werk op
jij werkt op
hij/zij/het werkt op
» meer vervoegingen van opwerken

opwerken {ww.}
opwerken {ww.}

ik werk op
jij werkt op
hij/zij/het werkt op

ik werk op
jij werkt op
hij/zij/het werkt op
» meer vervoegingen van opwerken

opwerken, omhoogkomen, omhoogwerken, opklimmen {ww.}
opwerken
omhoogkomen
omhoogwerken
opklimmen {ww.}

ik kom omhoog
jij komt omhoog
hij/zij/het komt omhoog

ik werk op
jij werkt op
hij/zij/het werkt op
» meer vervoegingen van opwerken

opwerken {ww.}
opwerken {ww.}

ik werk op
jij werkt op
hij/zij/het werkt op

ik werk op
jij werkt op
hij/zij/het werkt op
» meer vervoegingen van opwerken



Gerelateerd aan werken op

verhitten - opwinden - prikkelen - aanwakkeren - vermooien - opwerken - verfraaien - flatteren - omhoogkomen - omhoogwerken - opklimmenvooruitgaan - bewerken