Vertaling van zuiver
absoluut
onvermengd
onvoorwaardelijk
volstrekt
zuiver
puur {bn.}
volbloed
pur sang
absoluut
onvermengd
onvoorwaardelijk
volstrekt
zuiver
puur {bn.}
louter
schoon
proper
puur
rein
zindelijk
zuiver {bn.}
helder
klaar
uitgesproken
zuiver {bn.}
goed
juist
zuiver {bn.}
driedubbel
drievuldig
driewerf
triple
absoluut
onvermengd
onvoorwaardelijk
volstrekt
zuiver
puur {bn.}
vergaand
absoluut
onvermengd
onvoorwaardelijk
volstrekt
zuiver
puur {bn.}
zuiver {bn.}
puur
zuiver {bw.}
affineren
zuiveren {ww.}
ik affineer
jij affineert
hij/zij/het affineert
ik louter
jij loutert
hij/zij/het loutert
» meer vervoegingen van louteren
schoonmaken
zuiveren
reinigen
louteren {ww.}
ik louter
jij loutert
hij/zij/het loutert
ik veeg
jij veegt
hij/zij/het veegt
» meer vervoegingen van vegen
affineren
zuiveren {ww.}
ik affineer
jij affineert
hij/zij/het affineert
ik louter
jij loutert
hij/zij/het loutert
» meer vervoegingen van louteren
censureren {ww.}
ik censureer
jij censureert
hij/zij/het censureert
ik zuiver
jij zuivert
hij/zij/het zuivert
» meer vervoegingen van zuiveren
purifiëren
purificeren
reinigen {ww.}
ik purificeer
jij purificeert
hij/zij/het purificeert
ik zuiver
jij zuivert
hij/zij/het zuivert
» meer vervoegingen van zuiveren
raffineren {ww.}
ik raffineer
jij raffineert
hij/zij/het raffineert
ik zuiver
jij zuivert
hij/zij/het zuivert
» meer vervoegingen van zuiveren
Voorbeelden in zinsverband
Het kind had een zuiver hart.
Het kind had een zuiver hart.
Het water van deze rivier is heel zuiver.
Het water van deze rivier is heel zuiver.