Vertaling van helder

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
helder, licht, lichtend {bn.}
helder
licht
lichtend {bn.}
helder {bn.}
helder {bn.}
helder {bn.}
helder {bn.}
helder, net, zindelijk {bn.}
helder
net
zindelijk {bn.}
helder, onbezorgd, sereen {bn.}
helder
onbezorgd
sereen {bn.}
helder, louter, schoon, proper, puur, rein, zindelijk, zuiver {bn.}
helder
louter
schoon
proper
puur
rein
zindelijk
zuiver {bn.}
acuut, helder, scherp {bn.}
acuut
helder
scherp {bn.}
duidelijk, helder, klaar, uitgesproken, zuiver {bn.}
duidelijk
helder
klaar
uitgesproken
zuiver {bn.}
hel, helder, klaar, licht {bn.}
hel
helder
klaar
licht {bn.}
duidelijk, helder, klaar {bw.}
duidelijk
helder
klaar {bw.}
opklaren, oplichten, ophelderen {ww.}
opklaren
oplichten
ophelderen {ww.}

ik helder op
jij heldert op
hij/zij/het heldert op

ik klaar op
jij klaart op
hij/zij/het klaart op
» meer vervoegingen van opklaren

Het zal snel opklaren.
Het zal snel opklaren.
Het ziet ernaar uit dat het straks gaat opklaren.
Het ziet ernaar uit dat het straks gaat opklaren.
verhelderen, ophelderen, verduidelijken {ww.}
verhelderen
ophelderen
verduidelijken {ww.}

ik helder op
jij heldert op
hij/zij/het heldert op

ik helder op
jij heldert op
hij/zij/het heldert op
» meer vervoegingen van ophelderen

opklaren, ophelderen {ww.}
opklaren
ophelderen {ww.}

ik helder op
jij heldert op
hij/zij/het heldert op

ik klaar op
jij klaart op
hij/zij/het klaart op
» meer vervoegingen van opklaren

ophelderen {ww.}
ophelderen {ww.}

ik helder op
jij heldert op
hij/zij/het heldert op

ik helder op
jij heldert op
hij/zij/het heldert op
» meer vervoegingen van ophelderen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

De lucht zal snel helder worden.

De lucht zal snel helder worden.

Ik heb mijn oranje sjaal en witte schort zeer helder gemaakt, zodat het mensen gelijk zou opvallen.

Ik heb mijn oranje sjaal en witte schort zeer helder gemaakt, zodat het mensen gelijk zou opvallen.


Gerelateerd aan helder

licht - lichtend - net - zindelijk - onbezorgd - sereen - louter - schoon - proper - puur - rein - zuiver - acuut - scherp - duidelijktoelichten