Vertaling van yielding&sa=U&ved=0CC8QFjAFahUKEwi64pemjdbGAhUjjnIKHXooAG4&usg=AFQjCNHgsMkU5uh_Z8xjeLbYvjU18Vm77g
Inhoud:
Engels
Nederlands
to renounce, to yield {ww.}
weggeven
wegschenken
vergeven
wegschenken
vergeven
to give, to accord, to administer, to grant, to impart, to provide, to confer, to allow, to yield, to spare, to afford {ww.}
"We don't give discounts," the woman said sternly. "Regardless how small. Now, please take off the suit if you can't afford it."
"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"
Cows give milk.
Koeien geven melk.
to bear, to produce, to yield {ww.}
voortbrengen
opbrengen
opleveren
afwerpen
opbrengen
opleveren
afwerpen